De wetgeving definieert een kansspel als volgt: “elk spel of weddenschap, waarbij een ingebrachte inzet van om het even welke aard, hetzij het verlies van deze inzet door minstens één van de spelers of wedders, hetzij een winst van om het even welke aard voor minstens één van de spelers, wedders of inrichters van het spel of de weddenschap tot gevolg heeft en waarbij het toeval een zelfs bijkomstig element is in het spelverloop, de aanduiding van de winnaar of de bepaling van de winstgrootte.”

inzet
+ mogelijk(e) winst/verlies
+ toeval
_________

Kansspel

Met andere woorden, om van een kansspel te spreken In België moeten 3 elementen cumulatief aanwezig zijn: een inzet, een mogelijke winst of een mogelijk verlies en de aanwezigheid, zelfs bijkomstig, van het toeval.

Als je als private onderneming een kansspelactiviteit wil uitoefenen, moet je voorafgaand een vergunning krijgen van de Kansspelcommissie (de publieke regulator van de sector) en aan strenge regels voldoen. Die regels, vervat in de Belgische wet op de Kansspelen en haar uitvoeringsbesluiten, staan garant voor een optimale bescherming van de consument.

Er bestaan 4 soorten private kansspelinrichtingen, de zogenaamde ‘klassen’.

Klasse I: casino’s
Klasse II: speelautomatenhallen
Klasse III: cafés
Klasse IV: wedkantoren

De operatoren van casino’s, speelautomatenhallen en wedkantoren kunnen ook een aanvullende vergunning aanvragen om dezelfde activiteiten online uit te oefenen.

Vandaag zijn er zo’n 12.500 personen rechtsreeks of onrechtstreeks actief in de Belgische private kansspelsector. Het gaat van de klassieke croupier, over de informatica-ingenieur tot de graficus.